Tenniselleboog/golferselleboog

De tennisarm is een veelvoorkomende aandoening, waarbij pijn aan de buitkant van de elleboog optreedt. Soms straalt deze pijn uit naar de onderarm, pols en/of hand.

Ontstaansmoment
De benaming tennisarm of tenniselleboog is een misleidende naam, omdat slechts een klein gedeelte van de mensen met deze klachten ook daadwerkelijk tennist. Een golferselleboog is precies aan de andere kant (binnenzijde) van de elleboog maar is verder vergelijkbaar met een tenniselleboog. Een golferselleboog komt minder voor. Een duidelijke oorzaak voor een tenniselleboog is niet bekend, echter spelen er wel een hoop factoren in mee. Een tenniselleboog komt het meeste voor in de leeftijd van 40-50 jaar (13 per 1000 patiënten). Het vaakste is de dominante arm aangedaan.
Vaak treden de klachten op na een lange periode van repetitieve of eenzijdige bewegingen (schroeven indraaien, kassawerk, schoonmaken, computerwerk etc.). De klachten ontstaan normaal gesproken geleidelijk, maar kunnen ook acuut voorkomen. Over het algemeen is er al langere tijd sprake van overbelasting of spierspanning in de arm. Dit kan bijvoorbeeld ook door vermoeidheid of spanning komen. Lokaal zijn vaak weinig weefselspecifieke veranderingen aanwezig, we spreken dan vaak ook over een ‘keten’ problematiek. De nek/schoudergordel heeft ook vaak een rol bij deze klachten. Het is dus bij een tenniselleboog van belang om te kijken naar meerdere factoren en gebieden als enkel weefselschade in de elleboog.

Symptomen
– Pijn aan buitenzijde van de elleboog, ter hoogte van het laterale epicondyl (dit is de harde knobbel aan de buitenkant van de elleboog)
– Pijn treedt op bij knijpen of bijvoorbeeld handen schudden
– Krachtsverlies met voornamelijk bovenhands optillen
– Druk op buitenzijde van de elleboog kan heel pijnlijk zijn
– Mogelijk uitstraling richting de arm, pols of hand

Behandeling
Zoals hierboven beschreven is er geen eenduidige behandeling in het behandelen van een tenniselleboog. Belangrijk is om eerst middels een lichamelijk onderzoek te kijken of er geen specifieke oorzaken te vinden zijn in de elleboog (door bijv. een val of een breuk in het verleden). Wanneer dit niet het geval is gaan we kijken welke factoren nog meer invloed hebben op het ontstaan of behouden van de klacht (omgaan met de klachten, houding, werkplek, mobiliteit van nek, boven rug en schoudergordel, emoties, gewoontes etc.). Over het algemeen herstelt iedereen van een tenniselleboog. Na een half jaar is 80% van de patiënten genezen en na één jaar 90%.