Bij artrose van de hand verandert het kraakbeen in één of meer gewrichten in uw hand. Bijvoorbeeld in uw pols, duim of vingers.
Hierbij is het kraakbeen dun en niet glad. Daardoor beweegt het gewricht minder makkelijk. Ook is het laagje cellen (slijmvlies) aan de binnenkant van het gewricht steeds ontstoken. Na een tijd worden de botten ook breder bij de gewrichten. U kunt dat soms ook zien; u krijgt bijvoorbeeld dikke knokkels van de vingers.
Hoe artrose ontstaat, is niet precies bekend. Wel weten we dat artrose vaker voorkomt:
– bij vrouwen
– vanaf 45 jaar
– bij overgewicht
– bij mensen met artrose in andere gewrichten
– bij mensen die eerder een botbreuk hebben gehad.