Bij een ziekte van Dupuytren krijgt u harde knobbels en dikke draden aan de binnenkant van uw hand. Dit is bindweefsel dat verandert.De draden kunnen langzaam steeds korter worden. Daardoor kunt u de hand of 1 of meer vingers niet meer recht krijgen.U kunt dit aan 1 of beide handen hebben.

Bij de ziekte van Dupuytren kunt u dit merken:

  • Aan de binnenkant van uw hand komen harde knobbels of draden.
  • Soms doen deze pijn.
  • De draden kunnen tot in uw vingers gaan. Dat begint meestal bij de ringvinger en pink.
  • U kunt het aan beide handen hebben.
  • Dit kan zo blijven. Of erger worden. Dit verschilt per persoon. Het wordt meestal langzaam erger, met de jaren. Soms gaat het sneller.
  • De draden kunnen na jaren steeds korter worden. Uw hand en vingers kunnen hierdoor krom worden.
    Het lukt dan niet meer uw hand en vingers helemaal recht te maken. U kunt bijvoorbeeld uw hand niet meer plat op tafel leggen.
  • Uw vingers worden stijf. Dat komt omdat de gewrichten van uw vingers stijf worden.