Artrose
Bij knieartrose verandert het kraakbeen in uw gewricht. De kwaliteit van het kraakbeen wordt minder en ook de hoeveelheid kraakbeen neemt af. De artrose wordt opgedeeld in 4 gradaties
– Graad 1: Geringe artrose waarbij nog weinig tot geen klachten aanwezig zijn. De gewrichtsruimte is niet veranderd en op de röntgenfoto zijn nog geen afwijkingen te zien
– Graad 2: Milde artrose, in dit stadium kan er sprake zijn van lichamelijke klachten zoals stijfheid en pijn. Op de röntgenfoto of andere scans zijn botwoekering en een dunnere laag kraakbeen zichtbaar.
– Graad 3: De schade van het kraakbeen is verergerd en de ruimte tussen boven en onderbeen is verkleind. Dagelijkse activiteiten als hardlopen, hurken, traplopen zijn pijnlijk. Door de onregelmatigheden in het gewricht kan er in dit stadium ook sprake zijn van een gewrichtsontsteking ( artritis ). Door de ontsteking gaat het gewricht meer synoviaal vloeistof aanmaken en kan de knie dik worden.
– Graad 4: Het laatste stadium van de knieartrose. In dit stadium is de ruimte tussen onderbeen en boven zo ver afgenomen dat de botten elkaar raken. Dit zorgt voor pijn, zwelling en beperkt functioneren tijdens de lichte dagelijkse activiteiten zoals wandelen. Een operatie is in de meeste gevallen noodzakelijk.
Ontstaansmoment
De klachten ontstaan geleidelijk en zijn in de meeste gevallen al enkele maanden aanwezig. Het een natuurlijk proces dat hoort bij het ouder worden. Factoren die ertoe kunnen bijdragen zijn: overbelasting, erfelijkheid, overgewicht, een ontstekingsreactie en een ongeval of trauma. Patiënten met knieartrose zijn over het algemeen ouder dan 50 jaar.
Symptomen
– Startstijfheid die je voelt als je na een tijdje rust weer gaat bewegen
– Startpijn die je voelt als je na een tijdje rust weer gaat bewegen
– De beweeglijkheid van de knie is beperkt in alle bewegingsrichtingen
– Gevoel van instabiliteit
– Zwelling
Behandeling
Beschadiging van het kraakbeen is niet meer terug te draaien. De behandeling is er vooral op gericht de klachten te verminderen. Hierbij is het belangrijk in beweging te blijven, zonder de knie te overbelasten. Fysiotherapie zal bestaan uit spierversterkende oefeningen, stabiliteitstraining en oefeningen gericht op het verbeteren van de synoviaal vloeistof in de knie. Bij ernstig toenemende klachten kan er in samenspraak met de huisarts een afspraak bij de specialist worden gemaakt.