Somatisch onverklaarbare lichamelijke klachten (SOLK)
Somatisch Onverklaarbare Lichamelijke Klachten (SOLK) zijn klachten waarvoor na uitgebreid lichamelijk onderzoek door de huisarts of specialist geen verklaring gevonden kan worden. Onder SOLK vallen ook klachten waarbij er wel sprake is van een lichamelijke afwijking, maar de aanwezige klachten zijn hier niet (volledig) door te verklaren. De klachten lijken echter vaak wel op klachten door daadwerkelijke aandoeningen en worden ook als zodanig gevoeld.
Ontstaansmoment
Waardoor zijn deze klachten dan te verklaren? Om dit te weten moet uitgezoomd worden. Vaak zijn er zowel factoren op biologisch, psychologisch en sociaal gebied die een bijdrage geleverd kunnen hebben. Het is nuttig dit te analyseren, omdat dit een idee kan geven wat zou kunnen gaan helpen. Echter is het nooit helemaal met zekerheid te zeggen wat de druppel is geweest die de emmer heeft doen overlopen.
Symptomen
Er is een breed scala aan klachten die vaak voorkomen en moeilijk te verklaren zijn. In onderstaande tabel zijn deze klachten geordend. Mensen herkennen zich vaak in meerdere van deze klachten, maar ze zijn meestal niet allemaal aanwezig.
(Houtveen, 2012)
Behandeling
Aangezien de klachten geen duidelijke lichamelijk oorzaak hebben, is het hoofddoel van de behandeling niet om de pijn te verminderen. Daar is namelijk een direct lichamelijk aangrijpingspunt voor nodig. In plaats daarvan is de behandeling erop gericht om zo met de klachten te leren omgaan dat mensen toch een waardevol leven kunnen leiden ondanks de klachten die er zijn. Deze doelstelling vinden we terug in een therapievorm die bij deze klachten veelvuldig wordt toegepast, namelijk ACT (Acceptance and Commitment Therapy). Het functioneren wordt hierdoor vaak verbeterd en soms gaat dit gepaard met wat afname in de klachten, al is dit niet het expliciete doel.
De psychosomatisch fysiotherapeut analyseert met u welke factoren wellicht bijgedragen hebben aan het ontstaan van de klachten, en wat de klachten nu nog in stand zou kunnen houden. Vervolgens is de behandeling gericht op het omgaan met, of reduceren van in stand houdende factoren. Dit kan middels lichaamsgerichte therapie zoals ontspannings- en ademhalingsoefeningen, beweeginterventies of elementen uit de psychomotorische therapie. Ook kan de aanpak meer mentaal zijn, waarbij er gebruik gemaakt wordt van ACT, Cognitieve Gedragstherapie en andere technieken.
Per individu wordt gekeken welke behandeling het beste aansluit.
Wilt u meer informatie over deze klachten? Door J. van Houtveen is hier een boek over geschreven “De dokter kan niets vinden”. Dit boek is online beschikbaar: http://www.onbegrepenklachten.info/wp-content/uploads/2015/06/De-dokter-kan-niets-vinden.pdf
Geciteerde werken
Houtveen, J. (2012). De dokter kan niets vinden. Amsterdam: Bert Bakker.